Hijsblokken
Hoe kreeg men vroeger zware klokken in de toren omhoog? Nou gewoon: met handkracht. In de verdiepingvloeren van torens zitten dikwijls luiken waardoor klokken met behulp van een takel naar boven worden gehesen. Een takel is een samenstel van twee katrollen, of ‘blokken’, met daarin een of meerdere schijven. Een touw of kabel wordt om de schijven geleid. Daardoor wordt de kracht die nodig is om de last op te hijsen evenredig met het aantal schijven in het onderste blok gereduceerd (het bovenste blok dient eigenlijk alleen om de kabel om te leiden). Overigens horen deze twee blokken niet bij elkaar: het zijn beiden onderblokken, die bovendien op de kop staan. De bijbehorende bovenblokken hebben een schijf extra en een oog om het touw aan vast te maken.
Tegenwoordig gaat het nog bijna net zo, al is het met een moderne kettingtakel allemaal wel wat gemakkelijker.